BPPD – Duizeligheid

BPPD Duizeligheid

BPPD, wat betekent het? 

Een vorm van duizeligheid die zeer veel voorkomt heet BPPD. De afkorting BPPD staat voor Benigne Paroxysmale Positie Duizeligheid. In het Engels spreken we over BPPV. Deze afkorting staat voor Benigne Paroxysmal Positional Vertigo. Bij BPPD is er sprake van een perifere vestibulaire dysfunctie. Het is voor het eerst beschreven door Bárány in 1921.

 

  • Benigne staat voor goedaardig. De symptomen van de aandoening herstellen binnen enkele weken tot maanden. 
  • Paroxysmaal betekent letterlijk aanvalsgewijs. De duizeligheid kan als zeer heftig ervaren worden. Dit kan een angstig gevoel geven. De klachten treden meestal plots op, zonder voorafgaande symptomen. 
  • Positie is een belangrijk element. De duizeligheid ontstaat bij een beweging naar een bepaalde positie. Echter niet elke persoon met positionele duizeligheid heeft BPPD.
  • Duizeligheid of Vertigo staat voor de vorm van duizeligheid. De meeste mensen geven aan draaiduizeligheid te ervaren. 

 

BPPD is ook bekend als : 

  • positie duizeligheid
  • BPPV
  • acute draaiduizeligheid *
  • draaiduizeligheid *
  • vertigo *
  • vestibulaire duizeligheid *
  • goedaardige duizeligheid

 

*Er zijn meer aandoeningen die dit kunnen veroorzaken! Het kan cruciaal zijn om te bepalen wat de oorzaak is van de duizeligheid. Als je twijfelt neem contact op.

 

BPPD heeft de volgende kenmerken : 

  • kortdurende aanvallen van draaiduizeligheid (ook wel vertigo genoemd). De aanvallen duren in de regel niet langer dan 1 minuut. Typisch duren de aanvallen enkele seconden. 
  • de posities van het hoofd waarbij de klachten optreden ; gaan liggen in bed, omdraaien in bed, bukken en omhoog kijken
  • klachten kunnen samengaan met misselijkheid of wazig zien of zelfs braken.
  • een instabiel gevoelwat aanhoudend kan zijn 
  • in de ochtend worden de klachten het sterkst ervaren; de klachten nemen af in de loop van de dag. 
  • in de meeste gevallen komt BPPD enkelvoudig voor ( in 10% is de BPPD tegelijk in beide zijden) 

 

Ontbrekende kenmerken bij BPPD :

  • constante duizeligheid die niet beïnvloedbaar is door houding of beweging
  • gehoor veranderingen*
  • flauwvallen*
  • hoofdpijn 
  • neurologische symptomen zoals doofheid of tintelingen*
  • problemen met spreken*
  • problemen met het coördineren van bewegingen*

 

*  Neem direct contact op met de huisarts of het ziekenhuis.

 

Er bestaan drie BPPD vormen  

  • Het achterste semi-circulaire kanaal (p-BPPV in de literatuur). 60-90% van de gevallen. Het achterste kanaal komt het meeste voor omdat dit het laagste punt is van het vestibulaire systeem.
  • Het horizontale semi-circulaire kanaal (h-BPPV in de literatuur). 5-15% van de gevallen.
  • Het voorste semi-circulaire kanaal (a-BPPV in de literatuur). 0-5% van de gevallen.

 

Daarnaast kan er sprake zijn van zogenaamde ‘pseudo BPPD‘. Dit is een specifiek type van vestibulaire migraine.

 

BPPD van het horizontale kanaal

De meeste symptomen van BPPD van het horizontale kanaal komen overeen met de symptomen van BPPD van het achterste kanaal.

De verschillen met p-BPPD zijn :

 

  • de klachten worden geprovoceerd door omdraaien in bed
  • de klachten zijn meestal heftiger
  • er is een grotere kans op natuurlijk herstel
  • de klachten kunnen ontstaan als complicatie tijdens de Epley manoeuvre
  • omdat er 2 varianten  (geotrope en de apogeotrope vorm)  zijn is het lastiger om de aangedane zijde te onderscheiden

 

BPPD van het voorste kanaal

 

Wat zijn de kenmerken van ‘pseudo’ BPPD :

Von Brevern heeft de volgende kenmerken beschreven voor deze specifieke vorm van vestibulaire migraine.

 

  • terugkerende (>5 keer)  positionele en atypische positionele draaiduizeligheid <1 min
  • de duizeligheid gecombineerd met migraine kenmerken of voorgeschiedenis van migraine
  • milde/vage vorm van eenzijdige hoofdpijn (soms beschreven als een vorm van volheid in het hoofd)
  • een of meer van de kenmerken : photophobia (overgevoeligheid voor licht), phonophobia (overgevoeligheid voor geluid) en/of aura (schitteringen, flikkeringen of lichtflitsen)
  • de nystagmus is soms onopvallend of veranderlijk i.t.t. tot BPPD (meestal heftig)
  • andere vormen van draaiduizeligheid dienen uitgesloten te worden!
  • reageert niet op een repositie manoeuvre (CRP), maar mogelijk wel op herhaalde CRP gecombineerd met valproïne zuur

 

Hoe vaak komt BPPD voor :

  • v > m ( 2,2-1,5 : 1 )
  • lifetime prevalentie is 2,4 – 3,0%
  • piekincidentie tussen 50e en 70e levensjaar
  • 1 jaars prevalentie is 1,6%
  • 1 jaars incidentie is 0,6%
  • 1 jaars prevalentie van mensen >60 jaar is 7x hoger vergeleken met mensen van 18-39 jaar oud. Bij kinderen en mensen jonger dan 35 jaar zijn de klachten vaker geassocieerd met een hoofd trauma
  • de rechterzijde is vaker aangedaan (mogelijk omdat veel mensen op de rechterzij slapen)
  • in 24,1% van de gevallen is BPPD de oorzaak van de mensen die zich melden in het ziekenhuis vanwege duizeligheid

 

Kenmerken BPPD bij kinderen :

  • vaak een gemiste diagnose of laat gediagnosticeerd
  • v > m (3:2)
  • p-BPPD  > h-BPPD > a-BPPD
  • meest voorkomende risicofactoren zijn ‘een hoofd trauma’ en migraine
  • recidief percentage na herstel is 18%
  • in 12% van de gevallen zijn er 5 of meer CRP behandelingen nodig
  • de prognose is goed na CRP behandeling

 

Risicofactoren voor het ontstaan van BPPD

We kunnen onderscheid maken in primaire of secundaire BPPD.

 

In 35-70% van de gevallen is er sprake van idiopatische BPPD (we noemen dit primaire BPPD) en kan er geen oorzaak vastgesteld worden. Het is onduidelijk of hierbij voldoende gekeken is naar de meest voorkomende oorzaken.

 

Bij secundaire BPPD kan een oorzaak vastgesteld worden.

De meest voorkomende oorzaak is een hoofdtrauma (in 7 – 17% van alle BPPD gevallen).

 

  • verlaagd vitamine D serum (<10ng/ml)
  • verhoogd parathyroid hormoon
  • herpes zoster oticus
  • osteoporosis
  • virale labyrinthitis of vestibulaire neuritis (15% van alle BPPD gevallen)
  • migraine
  • menière (0,5-31% van alle BPPD gevallen)
  • een hoofd trauma (TBI of Traumatic Brain Injury)
  • een verhoogd cholesterol (TC)
  • hypertensie
  • diabetes mellitus
  • langdurige bedrust
  • na een ooroperatie (schade van het utriculum)
  • andere binnenoor aandoeningen

 

Het natuurlijk beloop van BPPD 

30-60% van de mensen met BPPD herstelt zonder behandeling geleidelijk binnen 1 maand. De Federatie Medisch Specialisten geeft aan dat behandeling de voorkeur verdient boven het afwachten van het natuurlijk beloop. Zonder behandeling heeft de patiënt langer last van de symptomen waardoor er een groter valrisico bestaat. Daarnaast kan de patiënt vaak niet werken. De kans dat de klachten terugkeren is hoog (onafhankelijk of de patiënt behandeld wordt) . 50% van de mensen zal binnen 10 jaar opnieuw een episode doormaken. De grootste kans op een recidief is binnen 1 jaar na het ontstaan.

 

Welk onderzoek is nodig om BPPD vast te stellen? 

Als de symptomen wijzen op BPPD, kan de duizeligheid worden opgewekt door zogenaamde provocatiemanoeuvres. Dit dient ter bevestiging van de diagnose en om te bepalen welk kanaal van het evenwichtsorgaan en welke zijde betrokken is. Elk kanaal heeft een andere provocatiemanoeuvre. De bekendste test is de Dix-Hallpike. Dit noemen we ook wel ‘kiepen’. Deze test wordt beschouwd als de gouden standaard bij p-BPPD (het achterste kanaal). Wanneer de test positief is worden de kenmerkende klachten (de draaiduizeligheid) en de nystagmus geprovoceerd. De test kan ook positief zijn bij h-BPPD (het horizontale kanaal). In dat geval zal de nystagmus horizontaal zijn. In het volgende hoofdstuk meer over nystagmus.

Echter een negatieve test kan BPPD niet uitsluiten.  Indien de klachten wijzen op BPPD maar de Dix-Hallpike en de overige provocatietesten van de overige kanalen negatief zijn en de nystagmus afwezig is, kan er sprake zijn van ‘subjectieve BPPD‘. In dit geval kan behandeling door middel van een repositie manoeuvre toch overwogen worden. De diagnose PPPD kan aanwezig zijn als de klachten minimaal 3 maanden aanwezig zijn en wanneer er geen sprake is van draaiduizeligheid. 

 

Nystagmus

Er wordt gekeken naar de ogen van de persoon tijdens de provocatiemanoeuvre. Door de verstoorde signalen uit de halfvormige kanalen ontstaan er onwillekeurige snelle ritmische bewegingen in de ogen. De oogbewegingen kunnen niet gecontroleerd worden. Deze bewegingen van de ogen vertonen een bepaald patroon met een vaste snelheid en richting. Dit noemen we nystagmus. Door het observeren van het type nystagmus kan een uitspraak gedaan worden over de oorzaak van de nystagmus. Gelijktijdig met het ontstaan van de nystagmus treedt de draaiduizeligheid op. Zowel de duur van de draaiduizeligheid als de tijd tussen het beëindigen van de provocatie manoeuvre en het ontstaan van draaiduizeligheid en de nystagmus geven aanwijzingen over de oorzaak van de draaiduizeligheid. BPPD komt het meest voor in het achterste verticale kanaal. In enkele gevallen is er meer dan een kanaal betrokken of kan de klacht aan de linker en rechterzijde voorkomen. Dit heeft invloed op de behandeling. 

Om onderscheid te maken tussen een centrale of perifere oorzaak van de nystagmus kunnen de HINTS plus testen gebruikt worden. Een verticale nystagmus of een nystagmus die van richting verandert wijst eerder op een centrale oorzaak.

 

Medische Beeldvorming zoals MRI is niet zinvol in het stellen van de diagnose. 

 

De verklaring voor het optreden van BPPD

Wanneer kristallen van calcium carbonaat (otoconia genoemd) vanuit een deel van het evenwichtsorgaan (het vestibulum) zich verplaatsen naar een deel waar ze niet horen ( de halfcirkelvormige kanalen), geeft dit valse informatie door aan ons brein. Dit creëert kortdurende draaiduizeligheid bij bewegingen van het hoofd. 

 

De kristallen kunnen op twee plekken terecht komen

  • In de endolymfe (de vloeistof in de kanalen) van de halfcirkelvormige kanalen. Dit noemen we canalolithiasis (80%). 
  • Op de cupula ( een blaasje met haarcellen in een uitstulping die aan de basis ligt van de halfcirkelvormige kanalen ). Dit noemen we cupulolithiasis (20%). 

 

In verreweg de meeste gevallen is er sprake van een canalolithiasis. Op basis van de duur van de optredende draaiduizeligheid en de latentietijd tijdens het uitvoeren van de provocatie testen kan een uitspraak gedaan worden over de plaats waar de otoconia zich vermoedelijk zullen bevinden.

 

De beste behandeling bij BPPD

Behandeling door middel van een repositie manoeuvre (dit noemen we CRP, zoals de Epley) is de manier om het debris (ook wel otoconia genoemd) uit het labyrinth te verplaatsen naar een deel van het binnenoor waar het geen hinder geeft (de utriculus). In 90-95% van de gevallen heeft de Epley of de Semont een succesvol resultaat bij p-BPPD binnen 1 of 2 behandelingen. Onderzoek laat zien dat wanneer de Epley manoeuvre en de Semont manoeuvre gecombineerd worden toegepast bij p-BPPD de kans op herstel hoger is dan wanneer slechts de Epley alleen toegepast wordt. Ook is de kans kleiner dat de duizeligheid terugkomt. In de meeste gevallen is de patiënt binnen enkele dagen klachtenvrij.

 

Een enkele CRP behandeling is meer dan 10x effectiever dan een week lang 3x per dag Brandt-Daroff oefeningen. Cawthorne-Cooksey oefeningen hebben een geringe invloed op het herstel bij BPPD. Als de repositie behandeling toegepast is dan hebben cawthorne-cooksey oefeningen geen toevoegde waarde.

Omdat we weten dat oudere vrouwen die gebrek hebben aan lichamelijke beweging een 2,6 keer hogere kans hebben op het krijgen van BPPD is het adviseren van de beweegnorm zeer belangrijk!

 

Waarom werkt de Epley manoeuvre niet? 

De volgende factoren reageren minder gunstig op behandeling :

 

  • angst voor de behandeling
  • de manoeuvre is niet toegepast op het juiste kanaal
  • het kan zijn dat een andere manoeuvre effectiever is
  • de bppd is gerelateerd aan een ander vestibulair probleem zoals Ménière
  • cupulolithiasis
  • atypische vormen, zoals downbeat positionele nystagmus
  • multi-canal bppd (dit wil zeggen dat er meerdere kanalen betrokken zijn ; m-bppd)
  • bppd als gevolg van een trauma (t-bppd). Het lijkt erop dat t-BPPD een langere behandeling nodig heeft maar of er een hogere kans op recidief bestaat is onderwerp van discussie. Bovendien komt t-BPPD vaker voor aan beide zijden of in meerdere kanalen aan dezelfde zijde in vergelijking tot primaire BPPD.

 

De kunst van de behandeling zit in het vaststellen van het betrokken semicirculaire kanaal of kanalen.

 

De mogelijke bijwerkingen van BPPD behandeling

Bij elke succesvolle repositie manoeuvre ontstaat de bekende duizeligheid. Het is belangrijk om de ogen open te houden zodat er bekeken kan worden of de nystagmus uitdoofd. Dit is een voorwaarde om elke stap van de repositie manoeuvre goed te doorlopen. Tussen elke positie van de repositie zit een bepaalde tijd. Deze tijd is minimaal 30 seconden maar kan ook meer zijn, afhankelijk van de manoeuvre.

In 12% van de behandelingen komen de volgende bijwerkingen voor die over het algemeen uit zichzelf herstellen.

 

  • misselijkheid (in de meeste gevallen)
  • nekpijn (soms)
  • overgeven (in enkele gevallen) 
  • een gevoel van vallen (binnen 30 min na de behandeling die soms 24 uur kan aanhouden, dit noemen we posturale instabiliteit)
  • flauwvallen (zelden)
  • een kanaal switch (in 6 tot 7% van de gevallen)

 

Bij patiënten met cervicale klachten (zoals een hernia) zal afgewogen worden of de repositie manoeuvre (CRP) uitgevoerd kan worden.

 

Vanwege de mogelijke bijwerkingen van de behandeling is het niet mogelijk om zelf met de auto of de fiets naar huis te gaan!

 

Wat is een kanaal switch?

 

Wat als de duizeligheid blijft?

Als de duizeligheid langer dan 3 maanden bestaat dan kan er sprake zijn van PPPD. PPPD staat voor Persistente Positionele Perceptie Duizeligheid. Bij PPPD is er sprake van een ‘filter’ probleem. De hersenen kunnen de prikkels niet op de juiste manier verwerken. Bij deze ‘overgevoeligheid’ worden de gegevens van de zintuigen niet goed verwerkt. Dit noemen we functionele duizeligheidsklachten (FNS). Het is een veel voorkomend probleem.

Definitie (G.Kramer)

A. Duizeligheid, onbalans of niet-draaiende vertigo voor minimaal drie maanden

    1. Symptomen duren minimaal enkele uren en kunnen toe- en afnemen
    2. Symptomen aanwezig hoeven niet de hele dag aanwezig te zijn.

B. Symptomen kunnen worden verergerd door rechtop te zitten/staan; beweging onafhankelijk van positie of richting; bewegende visuele stimuli of complexe visuele patronen

C. Uitgelokt door neurologische/vestibulaire/psychologische trigger, maar blijft, ook al is de trigger voorbij.


Deze pagina is voor het laatst bijgewerkt op 18 maart 2023

Fysio Quality - duizeligheid

Wie is Diederick

Sinds 2015 is Diederick van Groenewoud gespecialiseerd in vestibulaire revalidatie en herstel bij BPPD. Bij de behandeling van duizeligheids klachten combineer ik de kennis vanuit de manuele therapie, de vestibulaire revalidatie, biofeedback therapie en de orthomoleculaire therapie.

Fysio Quality is geregistreerd op duizeligheidscentra.nl  Hier is tevens meer te vinden over duizeligheid.

Wil jij terugkomen op je oude niveau? Of beter?!